Delta Lloyd Groep gaat, gezien de voortdurende uitzonderlijke marktomstandigheden, de bepaling van de marktrente voor de waardering van langlopende verplichtingen aanpassen in haar grotendeels op marktwaarde gebaseerde IFRS balans.

In het interim management statement van 2 mei 2013 is al aangegeven dat Delta Lloyd alternatieven overweegt voor de bepaling van de huidige marktrente voor de waardering van langlopende verplichtingen te bepalen.

Delta Lloyd beoordeelt periodiek de representativiteit van de toegepaste curve. Uit de analyses van Delta Lloyd is gebleken dat het lange eind van de onder IFRS gebruikte Collateralised AAA curve[1] een zeer beperkt aantal waarnemingen omvat. In praktijk gaat het bij langere looptijden momenteel nog om één enkele Franse obligatie. Naar aanleiding van de uitkomsten van de meest recente periodieke beoordeling en de ongewenste afhankelijkheid van de waardering van een enkele Franse obligatie, is besloten over te gaan tot aanpassing van de bepaling van de marktrente voor de waardering van langlopende verplichtingen.

Aanpassing van Collateralised AAA curve
Het besluit betreft een aanpassing van de extrapolatiemethode van de voor IFRS doeleinden gebruikte Collateralised AAA curve met behulp van een Ultimate Forward Rate (UFR), waarbij de eenjarige forward rates vanaf een looptijd van 20 jaar in 40 jaar convergeren naar een UFR van 4,2%.

Deze aanpassing van de extrapolatiemethode van de Collateralised AAA curve sluit aan bij de vorig jaar door De Nederlandsche Bank (DNB) ingevoerde aanpassingen aan de ECB AAA curve voor het bepalen van de wettelijke (IGD) solvabiliteit.

Effect op eigen vermogen
De toepassing van de Collateralised AAA curve met UFR heeft een positief effect op het eigen vermogen. Naar schatting neemt hierdoor het gepubliceerde eigen vermogen per einde eerste kwartaal 2013 (€ 2,3 miljard) licht toe. De aanpassing in de rentecurve zal doorgevoerd worden in de verslaglegging over het eerste halfjaar 2013.