Fugro N.V. deelt mee dat de omzet- en winstontwikkeling over het eerste halfjaar 2005 voorspoedig verloopt.
De in de loop van 2004 ingezette verbetering van de marktsituatie voor met name de aan olie- en gaswinning gerelateerde diensten heeft zich in het eerste halfjaar 2005 voortgezet. Ook de aan mijnbouw gerelateerde activiteiten hebben een uitstekende bezetting. De aan bouw en infrastructuur gerelateerde activiteiten handhaven zich goed.
Deze ontwikkelingen resulteren naar verwachting - zoals al eerder aangekondigd tijdens de presentatie van de jaarcijfers - in een toename van de winstmarge; de winst over het eerste halfjaar 2005 zal dan ook beduidend hoger uitvallen dan over het eerste halfjaar 2004.
Het effect op de omzet van de gemiddeld lagere dollarkoers en het afstoten van enkele niet-kernactiviteiten zal ruimschoots worden gecompenseerd door autonome groei, zodat de jaaromzet wederom boven de EUR 1 miljard zal uitkomen.
De uitgifte op 7 april 2005 van de 2,375% converteerbare obligatielening (aflosbaar per 2010) ter grootte van EUR 125 miljoen is succesvol verlopen. Tevens werd een kredietfaciliteit overeengekomen van EUR 100 miljoen.
Met het oog op vergroting van de verhandelbaarheid van de certificaten van aandelen werd het Fugro aandeel op 20 juni 2005 gesplitst (vier op één). Recentelijk bereikte het aandeel de hoogste koers ooit van EUR 20,51 (equivalent aan EUR 82,04 vóór splitsing). Het vorige record lag op EUR 75,65 in 2001.
Fugro zal de resultaten over de eerste zes maanden van 2005 op 12 augustus 2005 presenteren. Dan wordt ook een verwachting uitgesproken over de winst in het gehele boekjaar.
Fugro verzamelt en interpreteert gegevens over het aardoppervlak en de (zee)bodem en geeft hierop gebaseerde adviezen. In het verlengde hiervan levert Fugro aanverwante diensten, waaronder nauwkeurige plaatsbepaling, het testen van bouwmaterialen, reservoir engineering en datamanagement. Organisatorisch bestaat Fugro uit drie divisies: Geotechniek, Survey en Geoscience.
Redactie XEA.nl,
Fugro profiteerd van de vraag naar olie en daarom is er meer onderzoek naar de bodemgesteldheid nodig.
