‘Het volgende kabinet moet structureel 1% van het Bruto
Nationaal Product investeren in Research & Development en dit vastleggen in het nieuwe regeeraccoord’.
Dat zei Minister Brinkhorst van Economische Zaken woensdagmiddag in ‘s-Hertogenbosch tijdens de opening van het nieuwe kantoor van de Nederlandse verkoopmaatschappij van Océ.
De bewindsman noemde innovatie één van de drie pijlers van de ‘Trias Economica’: vrije markt, innovatie en economische groei. Nederland investeert 7% van het Bruto Nationaal Product in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling. Daarmee is ons land volgens Brinkhorst een 'middenmotor’: ‘Om langszij te komen met de koplopers moet Nederland de komende jaren miljarden gaan investeren in de kenniseconomie’.
Brinkhorst noemde het opvallend dat ‘het aandeel van bedrijven die weinig aan R&D doen, zo groot is en ook toeneemt.’ Hij roemde Océ als één van de zeven bedrijven, die de toon aangeven bij private R&Dinspanningen in Nederland. De andere bedrijven zijn volgens hem onder meer Shell, Philips en DSM.
De minister zei eveneens dat handel de kurk blijft waarop onze economie drijft. ‘Nederland met zijn open, internationaal georiënteerde economie heeft bij de globalisering, op lange termijn, meer te winnen dan te verliezen’, aldus Brinkhorst bij Océ in ‘s-Hertogenbosch. We moeten daarom, volgens hem, ‘waken voor een al te verkrampte reactie bij het verplaatsen van bedrijvigheid.’
Bestuursvoorzitter Van Iperen van Océ zei bij de opening dat zijn onderneming circa 8% van de omzet investeert in productontwikkeling: ‘Dat is een hoog percentage in de verhoudingen binnen onze industrie, en het is zeker een hoog percentage binnen de Nederlandse verhoudingen. Ruim 1.800 medewerkers wereldwijd, waarvan 1.000 in Nederland, werken dag in dag uit aan nieuwe producten op het vlak van documentproductie en documentmanagement’, aldus Van Iperen.
Ondanks het ongunstige investeringsklimaat, zo zei hij, heeft Océ het innovatiebudget volledig in tact gelaten ‘omdat we ervan overtuigd zijn, dat goede producten de levenslijn zijn van Océ, ook in moeilijke tijden.’
Van Iperen drong er op aan dat ook toekomstige regeringscoalities toponderzoek en innovatie blijven stimuleren, ongeacht politieke samenstelling of economische conjunctuur.
Océ N.V.
7 december 2005