Kernpunten eerste kwartaal 2003 van Randstad.
Marktaandeel gewonnen in de meeste markten Autonome omzetontwikkeling in constante valuta vlak (in de rapportagevaluta -4,3%)
Brutomarge gedaald naar 20,4% (Q1 2002: 21,9%)
Bedrijfskosten teruggebracht met 9,9%
Klein operationeel verlies van € 2,4 miljoen, in lijn met de verwachtingen.
Nettoschuld verminderd tot € 134,1 miljoen (€ 207,5 miljoen ultimo 2002)
De omzet kwam uit op EUR 1217,4 miljoen (was 1272,2).Het bedrijfsresultaat -/- 2,4 miljoen (was 1,2 miljoen)
De bedrijfskosten 251 miljoen (was 278 miljoen).
Het nettoverlies was 3,3 miljoen (was 2,5 miljoen).
Het verlies per aandeel bleef 0,04 p.a.
Zoals verwacht was de vraag in onze markten in het eerste kwartaal zwak”, aldus Ben Noteboom, CEO Randstad Holding.
“Als antwoord op de vlakke omzetontwikkeling en de druk op brutomarges is de kostenbasis strak gemanaged. De infrastructuur is niet aangepast, maar door een afname van het personeelsbestand hebben we de productiviteit verbeterd. In de meeste landen werd marktaandeel gewonnen. Gegeven het onzekere economische klimaat blijft voortdurende focus op kostenbeheersing een kernpunt, maar commerciële effectiviteit in de markt is wellicht nog belangrijker. Winnen van marktaandeel is een van de prioriteiten, mede door onze sterke balans is dit mogelijk. Uit voorgaande recessies is immers gebleken dat bedrijven die in dalende markten marktaandeel weten te winnen, het meest profiteren zodra de economie weer aantrekt.”
Resultaten eerste kwartaal 2003
De omzet kwam uit op € 1.217,4 miljoen, een daling van 4,3% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De autonome omzetontwikkeling was vrijwel vlak. De depreciatie van de dollar had een negatief effect van 4,8% op de omzet, terwijl acquisities een positief effect hadden van 0,4%. In België, Frankrijk, Spanje, Noord-Amerika, Italië en Portugal werd omzetgroei gerealiseerd. In Nederland en Duitsland bleef de vraag zwak.
In het eerste kwartaal kwam de brutomarge uit op 20,4% (ten opzichte van 21,9% in het eerste kwartaal van 2002). De lagere brutomarge van de Groep wordt verklaard door de druk op de brutomarge in Nederland en ten tweede door veranderingen in de businessmix: er werd meer omzet gegenereerd door grote accounts. De bruto marge werd vorig jaar nog positief beïnvloed door effecten in de sociale-verzekeringssfeer in Nederland ter grootte van 0.3% van de Groepsomzet.
De bedrijfskosten waren in het eerste kwartaal 9,9% lager ten opzichte van het eerste kwartaal van 2002. De autonome daling in bedrijfskosten was 5,4%; 4,5% of € 12 miljoen werd veroorzaakt door de appreciatie van de euro. Kostenbesparingen werden gerealiseerd door een geleidelijke reductie in personeel en stapsgewijze kostenaanpassingen bij alle werkmaatschappijen.
Het gecombineerde effect van een vlakke (autonome) omzetontwikkeling en druk op de brutomarge heeft geleid tot een operationeel verlies van € 2,4 miljoen in het eerste kwartaal van 2003, in lijn met onze voorspelling.
De netto rentelasten kwamen uit op € 2,1 miljoen (€ 4,4 miljoen in het eerste kwartaal van 2002). De daling werd veroorzaakt door de flink lagere nettoschuld-positie in vergelijking met het eerste kwartaal van 2002 (€ 134,1 miljoen ten opzichte van € 360,2 miljoen ultimo Q1 2002). Deze lagere nettoschuld-positie werd gerealiseerd door het verder terugdringen van de debiteurentermijn (56 dagen ten opzichte van 62 dagen ultimo Q1 2002) alsmede door de verkoop van onroerend goed in 2002.
Het netto verlies was € 3,3 miljoen (€ 2,5 miljoen negatief in Q1 2002).
De vrije kasstroom was € 74,9 miljoen (Q1 2002: € 49,2 miljoen). Investeringen in materiële vaste activa bedroegen € 5,7 miljoen, onder het niveau van vorig jaar (€ 12,5 miljoen) en onder het afschrijvingsniveau (€ 13,7 miljoen). In januari is de tweede helft ontvangen van de opbrengst van de onroerend goed portefeuille (verkocht in december 2002).