Op 16 november 2011 deed het Gerecht van de Europese Unie in Luxemburg uitspraak in de door Kendrion N.V. aangespannen zaak tegen de boete ten bedrage van EUR 34 miljoen (exclusief rente) die de Europese Commissie op 30 november 2005 oplegde voor overtreding van artikel 81 lid 1 EG-Verdrag door haar voormalige dochteronderneming Fardem Packaging B.V., gevestigd te Edam (zaaknummer T-54/06). Zoals vermeld in het persbericht van 16 november 2011, heeft het Gerecht bepaald dat de boete volledig blijft gehandhaafd. De uitspraak van het Gerechtheeft geen significante gevolgen voor de operationele activiteiten van Kendrion en heeft geen invloed op het vermogen van het bedrijf om aan haar financiële convenanten en verplichtingen te voldoen.

Op basis van een grondige analyse van de volledige uitspraak alsmede extern juridisch advies heeft Kendrion N.V. besloten om beroep aan te tekenen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Kendrion N.V. is van mening dat een dergelijke beroepsprocedure een serieuze kans van slagen heeft. De juridische kosten hiervoor zijn zeer beperkt.

In navolging van de uitspraak van het Gerecht heeft Kendrion N.V. besloten om, naast de bestaande voorziening van EUR 2,2 miljoen, een aanvullende voorziening ter hoogte van EUR 39 miljoen te treffen. Deze aanvullende voorziening zal zichtbaar zijn in de cijfers over het vierde kwartaal van 2011. Deze worden op 29 februari 2012 gepubliceerd.

Kendrion N.V. heeft bij aanvang van de procedure bij het Gerecht een bankgarantie gesteld ten behoeve van de Europese Commissie. Deze bankgarantie blijft gelden tijdens het hoge beroep.