Gereglementeerde informatie - 14 februari 2008 (7 uur CET)
KBC sloot het vierde kwartaal van 2007 af met een nettowinst van 708 miljoen euro. De onderliggende winst - d.i. de nettowinst zonder de uitzonderlijke posten - bedroeg 676 miljoen euro, 12% meer dan in het derde kwartaal van 2007 en 20% meer dan in het vierde kwartaal van 2006.

Voor het hele boekjaar 2007 realiseerde de groep een nettowinst van 3 281 miljoen euro. Op onderliggende basis bedroeg de winst 2 938 miljoen euro, wat op jaarbasis een rendement op eigen vermogen van 18,5% oplevert. De onderliggende nettowinst per aandeel bedroeg 8,47 euro, een stijging van 18% ten opzichte van boekjaar 2006. Het dividend werd bepaald op 3,78 euro per aandeel bruto, maar moet nog worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering.

André Bergen, Groeps-CEO: "In boekjaar 2007 zette KBC een sterke prestatie neer, niettegenstaande een meer onzekere marktomgeving in de tweede helft van het jaar. We zijn blij dat de bedrijfsontwikkelingen voor onze kernactiviteiten stevig waren, vooral maar niet alleen in België en Centraal- en Oost-Europa. We herhalen ook onze mening dat de uiteindelijke impact van de Amerikaanse subprimecrisis waarschijnlijk beperkt blijft, afgezien van tijdelijke negatieve 'mark-to-market'-herwaarderingen van beleggingen."


Financiële hoofdlijnen - 4e kwartaal 2007 en boekjaar 2007

André Bergen, Groeps-CEO, vat de financiële hoofdlijnen voor het vierde kwartaal van 2007 als volgt samen:
We hebben het laatste kwartaal van het jaar erg goed gepresteerd. Als we de uitzonderlijke posten buiten beschouwing laten, steeg de winst met 20% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2006, ondanks het moeilijke klimaat op de financiële markten.

De groei van de kredietverlening bleef stevig. Vooral op onze Centraal- en Oost-Europese markten bleef de autonome groei sterk, met 23% meer dan vorig jaar, een weerspiegeling van de gunstige economische omgeving in de regio en van onze bovengemiddelde prestaties in een aantal domeinen.

In het algemeen werd, wat de nettorentemarge betreft, de neerwaartse trend omgekeerd. In België kwam er een eind aan de verschuiving naar lager renderende depositio's. Als gevolg van de baisse op de aandelenmarkt vloeiden spaargelden naar klassieke depositorekeningen en werd de verkoop van levensverzekeringen met gegarandeerde rentevoet gestimuleerd.

Op vergelijkbare basis daalde het kostenniveau 3% ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat was een gevolg van het stabieler gebruik van kostenbudgetten tijdens het hele jaar, wat de bedoeling was, en lagere kosten in de dealingrooms. Er was opnieuw geen teken van afbrokkeling van de consumentenkredietkwaliteit.
Onze positie in Amerikaanse subprimehypotheken via beleggingen in Collateralised Debt Obligations (CDO's) is erg beperkt. Het overgrote deel van de onderliggende zekerheden van de CDO's zijn gediversifieerde (synthetische) bedrijfsschulden. Bovendien belegden we alleen in CDO's die gekenmerkt zijn door een hoog niveau van risicorangafstand ten opzichte van tranches met een lagere rating. Geen daarvan werd door de kredietratingbureaus verlaagd. En dat ondanks de massale golf van ratingverlagingen die de markt kenmerkte, zowel voor uitstaande CDO's als voor de onderliggende zekerheden. Voor de CDO's in onze portefeuille werd een negatief bedrag na belasting ad 70 miljoen euro geboekt in het vierde kwartaal als gevolg van hun herwaardering tegen marktwaarde, terwijl een extra 23 miljoen euro netto werd uitgetrokken als dekking voor het tegenpartijrisico van de herverzekeraar.

Onze solvabiliteit blijft robuust. Eind december bedroeg de Tier 1-rato voor de bankactiviteiten 8,7% volgens de nieuwe Basel II-kapitaalvereisten, meer dan het dubbele van het wettelijke minimum. De solvabiliteitsratio voor de verzekeringsactiviteiten bedroeg 265%, meer dan 2,5 keer zoveel als het wettelijk vereiste niveau."

Uitzonderlijke posten van het vierde kwartaal:
In het laatste kwartaal van 2007 werd netto 31 miljoen euro opgenomen voor posten die buiten de gewone bedrijfsuitoefening vallen. In de eerste plaats waren dat mark-to-marketwinsten op ALM-afdekkingsderivaten (effect na belasting: +24 miljoen), additionele pro-ratakosten voor ziekteverzekering voor het personeel (-42 miljoen) en de opbrengsten uit een afwikkeling van een historisch gerechtsdossier.

Hoofdlijnen voor het boekjaar 2007:

Nettowinst: 3 281 miljoen euro, of zonder de uitzonderlijke posten, 2 938 miljoen euro. Dat was 15% meer dan in 2006.

De belangrijkste uitzonderlijke posten omvatten desinvesteringsmeerrwaarden (effect na belasting: 272 miljoen) en mark-to-marketwinsten op ALM-afdekkingsderivaten (112 miljoen). Een groot deel van de desinvesteringsmeerwaarden was het gevolg van de verkoop van het niet-strategische belang in Intesa San Paolo.

Toenamen in de netto onderliggende winst van de meeste divisies: België +20%, Centraal- en Oost-Europa en Rusland +45% en European Private Banking +7%. Hoewel de marktomstandigheden voor de professionele handel erg moeilijk waren in de tweede helft van het jaar, kon de onderliggende winst voor de divisie Merchantbanking zich erg goed handhaven. De bijdrage tot de groepswinst lag slechts 3% lager dan het cijfer voor 2006.

Aanhoudende groei van het zakenvolume: T.o.v. een jaar eerder stegen de kredieten en cliëntendeposito's respectievelijk 16 en 7%. Het beheerd vermogen steeg met 11% en de Leven-reserves eindigden 7% hoger.

Gunstige ontwikkeling van kerninkomsten: Onderliggend stegen de nettorente-inkomsten met 10% tegenover vorig jaar, de nettoprovisie-inkomsten met 7% en de bruto verdiende verzekeringspremies met 20%. Anderzijds daalden de nettowinsten uit financiële instrumenten tegen reële waarde (hoofdzakelijk professionelehandelsinkomsten) met 21%.

De kosten bleven goed onder controle. De onderliggende kosten stegen met 4%, waarvan 2% toe te schrijven is aan nieuwe overnames en muntappreciaties. De onderliggende kosten-inkomstenratio voor het bankbedrijf bedroeg 58%.

Stevig technisch resultaat in het verzekeringsbedrijf: De gecombineerde ratio voor Niet-Leven bedroeg 96%, waarvan 2% te maken had met de storm Kyrill in het eerste kwartaal.

Beperkte kredietverliezen: De kredietverliesratio kwam uit op 13 basispunten, net als voor boekjaar 2006.

Onderliggend rendement op eigen vermogen: 18,5%, wat overeenkomt met de doelstelling.

Eigen vermogen: 17,3 miljard euro per 31-12-2007 (50,7 euro per aandeel). Het eigen vermogen steeg lichtjes aan het begin van het jaar (+0,1 miljard euro). De winst van het boekjaar werd grotendeels gecompenseerd door uitgekeerde dividenden, de wederinkoop van eigen aandelen en een daling van de herwaarderingsmeerwaarde van voor verkoop beschikbare financiële activa.

André Bergen: "We stellen met genoegen vast dat 2007 opnieuw een sterk jaar was. Het cliëntenbedrijf deed het bijzonder goed en we werden maar beperkt getroffen door de turbulentie op de kapitaalmarkten."


Ontwikkelingen in 2008
André Bergen: "Er is heel wat pessimisme in de financiële economie. Dat komt niet helemaal overeen met de bedrijfsrealiteit op onze kernmarkten. Er is duidelijk een cyclisch effect op onze prestaties en voor de toekomst houden we rekening met een iets hogere kosteninflatie. Maar anderzijds zien we het kredietrisico op dit moment niet stijgen en zittten we goed met onze beperkte risicopositie ten opzichte van hypotheekgerelateerde kredietportefeuilles. Voor deze cyclus blijven we sterk geloven in ons bedrijfsmodel en strategie."

* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is