Oranjewoud, tussenarrest Ondernemingskamer. En impasse met aandeelhouders Oranjewoud.

Alleen voor leden beschikbaar, wordt daarom gratis lid!

Algemeen advies 27/12/2021 11:47
Gisteren, 21 december 2021, heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam (de Ondernemingskamer) tussenarrest gewezen inzake de door Sanderink Investments B.V. (Sanderink Investments) ingestelde vordering tot uitkoop van de minderheidsaandeelhouders van Oranjewoud N.V. (Oranjewoud). Een uittreksel van het dagvaardingsexploot, waarin de volledige vordering is opgenomen, is op 4 juni 2021 in de Staatscourant verschenen (Stcrt. 2021, 28665).

De Ondernemingskamer heeft op 21 december 2021 in haar tussenarrest geoordeeld dat Sanderink Investments aan alle voorwaarden voor uitkoop zoals gesteld in artikel 2:92a BW heeft voldaan en dat alle minderheidsaandeelhouders in het kapitaal van Oranjewoud naar behoren zijn gedagvaard. Volgens de Ondernemingskamer doet zich geen afwijzingsgrond voor ten aanzien van de ingestelde vordering tot uitkoop van de minderheidsaandeelhouders van Oranjewoud.

De Ondernemingskamer heeft in haar tussenarrest verder onder meer besloten tot benoeming van een deskundige. Deze deskundige zal de waarde van de aandelen Oranjewoud vaststellen per peildatum 21 december 2021, of een andere daarbij zo dicht mogelijk gelegen datum, met inachtneming van alle daarvoor relevante feiten en omstandigheden. De waardering van de deskundige kan positief of negatief afwijken van de gevorderde uitkoopprijs.

toevoeging om 14.12 uur
Wij zijn in contact geweest vanmorgen met de Ondernemingskamer en doorverwezen naar Mevr. Mr. M.E.C. Lok (advocate te Den Haag).
Tot 1 febr. 2022 kunnen er nog zaken ingediend worden door deze Mevr. Mr. M. Lok. Die hadden wij reeds ingediend bij de Ondernemingskamer te Amsterdam. Maar die waren tussen de wal & het schip terecht gekomen, de Ondernemingskamer (dhr. v. P.) zou de stukken proberen bij de Griffier in het dossier erbij te voegen. Maar dat kon alleen via deze Mevr. M. Lok, dat hoorden wij pas vanmorgen.
Er komen zoveel "privacy" obstakels, dus googlen etc. etc.. om bij Mevr. Mr. M. Lok te komen.

Die EUR 6,10 is niet de juiste uitkoopprijs in onze ogen. dhr. G. Sanderink vertelde diversen malen in AVA's, dat er wel EUR 10,00 als prijs voor het aandeel Oranjewoud qua waarde mocht staan , als notering te Amsterdamse beurs.

Wij hadden de VEB ook gevraagd om wat acties i.v.m. te lage uitkoopprijs, maar geen actieve acties vanuit die hoek.

Moeten is dwang en huilen is
kindergezang;
Gedwongen aandelenoverdracht
bij een impasse. dppr Marjon Lok

Onmogelijke samenwerking
Een impasse tussen aandeelhouders kan zó hoog oplopen
dat een voortzetting van de samenwerking in een besloten
vennootschap of ‘gesloten’ naamloze vennootschap
onmogelijk lijkt. U wilt misschien uw aandelen verkopen of
u wilt dat een andere aandeelhouder zijn of haar aandelen
(aan u of een derde) verkoopt. Die andere aandeelhouder
wil hier misschien niet aan meewerken. Dat is vaak het
geval bij een impasse. Het is niet eenvoudig de verkoop
en levering van aandelen af te dwingen tegen de wil van
een ander. Dit is natuurlijk ook erg ingrijpend voor die
andere aandeelhouder. Het raakt aan belangrijke regels van
rechtsbescherming, zoals artikel 6 van het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens (EVRM), een regel die een
eerlijk proces waarborgt, en artikel 1 van het Eerste Protocol
bij het EVRM, een regel die ongestoord genot van eigendom
beschermt. Maar het kan onder omstandigheden wel. Welke
mogelijkheden staan u hier ter beschikking? Dit artikel
verkent enkele opties.

Overeengekomen aanbiedingsplicht
In de statuten of een aandeelhoudersovereenkomst is
soms een aanbiedingsplicht opgenomen. Hierin staat
meestal dat een aandeelhouder in bepaalde gevallen
gehouden is een deel van (of al) zijn aandelen aan te
bieden en over te dragen. Deze aandeelhouder ontvangt
hiervoor een prijs. Die prijs is gelijk aan de waarde van
zijn aandelen en wordt vastgesteld door onafhankelijke
deskundigen. Dat is de ‘standaardformulering’, maar u kunt
natuurlijk ook een afwijkende maatstaf of methode voor
de prijsbepaling overeenkomen. Vaak staat in de statuten
of in een aandeelhoudersovereenkomst ook dat als een
aandeelhouder zich niet houdt aan een aanbiedingsplicht,
zijn stemrecht, zijn recht op uitkeringen en zijn vergaderrecht
tijdelijk worden opgeschort. De vennootschap is dan vaak
gevolmachtigd om zelf de aandelen aan te bieden en over te
dragen, zodat – althans in theorie – geen medewerking van
die aandeelhouder meer nodig is.
Bij de overeengekomen aanbiedingsplicht zijn er drie
vragen: (i) is er in dit concrete geval een aanbiedingsplicht,
(ii) is het beding van toepassing, en (iii) is het beding goed
vormgegeven? Is het antwoord op al die vragen ja, dan biedt
een beroep op dit beding vaak de snelste en goedkoopste
manier om een aandeelhouder te dwingen zijn aandelen
over te dragen. Dit kan door gebruik van de voornoemde
volmacht, maar soms zal in de praktijk een bevel tot naleving
bij de rechtbank moeten worden gevraagd. Er kan natuurlijk
altijd sprake zijn van bijzondere omstandigheden waardoor
moet worden afgeweken van het beding. In de praktijk zien
we echter vaker dat de problemen voortvloeien uit het feit
dat het beding niet optimaal is vormgegeven. Dat kan leiden
tot lange en kostbare discussies over uitleg en waardering.
Ik adviseer u daarom om scherp naar de opgenomen
aanbiedingsplicht te laten kijken voordat sprake is van een
situatie waarbij hier een beroep op moet worden gedaan.
Op die manier kan het doel van de aanbiedingsplicht ook
daadwerkelijk en op efficiënte wijze worden bereikt.
Overeengekomen geschillenregeling
Afgezien van de aanbiedingsplicht, mogen aandeelhouders
in de statuten of aandeelhoudersovereenkomst ook een
eigen geschillenregeling opnemen en daarmee afwijken van
de wettelijke geschillenregeling. Hierin kunt u afspreken hoe
om te gaan met een impasse op aandeelhoudersniveau,
een investeringsnoodzaak die door één of meer
aandeelhouders wordt tegengehouden, of andere
aandeelhoudersgeschillen. We zien in de praktijk vaak
dat dergelijke geschillenregelingen onvoldoende rekening
houden met spoedeisende zaken of onvoldoende toegespitst
zijn op de onderneming in kwestie. Op het moment dat
een geschil eenmaal is ontstaan, zijn aandeelhouders
lang niet altijd even inschikkelijk. Het is daarom nodig de
geschillenregeling te beoordelen in goede tijden, voordat een
geschil ontstaat of dreigt. Bedenk de mogelijke scenario’s
die zich in het ergste geval zouden kunnen voordoen en kijk
of de geschillenregeling daarvoor feitelijk en juridisch een
oplossing biedt.
Een goede geschillenregeling is belangrijk. Als de statuten
of een (aandeelhouders)overeenkomst een regeling
bevatten voor de oplossing van een geschil, dan moet
die regeling eerst worden gevolgd voordat mag worden
toegekomen aan de wettelijke geschillenregeling. Begint
men toch meteen met de wettelijke regeling, dan kan de
vordering niet slagen (tenzij vooraf al is gebleken dat de
statutaire/contractuele regeling niet kan worden gebruikt).
Een goed vormgegeven geschillenregeling in statuten of
aandeelhoudersovereenkomst is bovendien vaker en beter
bruikbaar, meer werkbaar en goedkoper dan de wettelijke
geschillenregeling. Deze overeengekomen regeling mag
echter niet de overdracht van aandelen onmogelijk of
uiterst bezwaarlijk maken. Doet die dat wel, dan is de
wettelijke geschillenregeling ‘gewoon’ van toepassing. Als de
overeengekomen regeling om welke reden dan ook (duidelijk)
niet werkbaar is, dan kan er op grond van de redelijkheid
en billijkheid bovendien reden zijn om hieraan voorbij te
gaan. U kunt dan mogelijk terugvallen op de wettelijke
geschillenregeling. De wettelijke regeling biedt onder meer
mogelijkheden om een aandeelhouder te dwingen over te
dragen (uitstoting) of juist te kopen (uittreding).
Uitstoting: verplichte overdracht
Het kan zo zijn dat een aandeelhouder het belang van de
vennootschap zo ernstig schaadt, dat het voortduren van
zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer kan
worden geduld. In dat geval kunt u alleen of samen met
andere aandeelhouders (tezamen tenminste eenderde van
het geplaatste kapitaal) een uitstotingsprocedure starten.
Deze procedure wordt ingesteld bij de gewone rechter of,
met instemming van partijen, bij de Ondernemingskamer
van het Gerechtshof Amsterdam. Een voordeel van de
uitstotingsprocedure is dat de scheiding definitief kan zijn en
dat “samenhangende vorderingen” (bijvoorbeeld een claim tot
vergoeding van schade die de andere aandeelhouder u heeft
toegebracht) tegelijkertijd kunnen worden behandeld. Een
nadeel is dat de procedure lang kan duren en daarmee vaak
een flinke tijds- en geldinvestering vergt.
Er hoeft geen sprake te zijn van bijkomende zwaarwegende
omstandigheden, zwaarwegende gronden of zelfs
verwijtbaarheid. Toch zijn de eisen voor toewijzing in de
praktijk hoog. Alleen vervelend of hinderlijk gedrag is niet
voldoende. Zelfs onaanvaardbaar gedrag is op zichzelf
nog niet voldoende. Dat gedrag moet bovendien gedrag
als aandeelhouder van de betreffende vennootschap zijn.
Handelingen in een andere hoedanigheid tellen niet mee.
Dat is in het bijzonder lastig als de zich misdragende
aandeelhouders ook bestuurders zijn. Onbehoorlijk bestuur,
of het door de aandeelhouder beconcurreren van de
vennootschap, is daarom vaak irrelevant. De discussie loopt
bovendien vaak vast op het feit dat het moet gaan om het
belang van de vennootschap dat wordt geschaad en niet
het belang van de aandeelhouders. Dat lijkt soms hetzelfde
belang, en die belangen kunnen in de praktijk ook wel vaak
parallel lopen, maar het is niet hetzelfde belang.
Het moet dus gaan om handelingen van de aandeelhouder
als aandeelhouder. Denk bijvoorbeeld aan het zonder goede
gronden stelselmatig blokkeren van besluitvorming in of
via de aandeelhoudersvergadering of aan het structureel
weigeren mee te werken aan redelijke voorstellen om
impasses te doorbreken op aandeelhoudersniveau.
Dit kunnen allemaal goede redenen voor uittreding zijn, zeker
als de aandeelhoudersvergadering niet meer functioneert
en daardoor het functioneren en/of de continuïteit van de
onderneming op het spel komt te staan.
Dit alles moet wel worden bewezen. Het is daarom te
adviseren om eerst te trachten de impasse op andere
wijze te doorbreken en dat goed te documenteren. Bij een
kapitaalbehoefte kan bijvoorbeeld de verkoop van activa,
aantrekking van vreemd vermogen en/of aanvulling van
eigen vermogen door aandeelhouders worden geagendeerd.
Dat is goed voor de papertrail en kan een onnodige
procedure voorkomen. Aandeelhouders kunnen dan – soms
onverwachts –- toch over de brug komen. Als de frustrerende
aandeelhouder ook deze pogingen blokkeert, dan volgt dat uit
de agenda en de notulen (die bij een hoogoplopend conflict
desnoods door een notaris kunnen worden opgesteld) en
staat u sterker in de uitstotingsprocedure.
Het is niet ongebruikelijk dat de frustrerende aandeelhouder
die u wenst uit te stoten, ook een uitstotingsvordering
tegen u instelt. De betreffende aandeelhouder zal zijn of
haar gedrag voor zichzelf wellicht hebben gerationaliseerd,
waardoor de blaam bij u wordt neergelegd. Uw gedrag moet
mede hierom boven iedere twijfel verheven zijn. Houd u
zich bij een dreigend geschil daarom goed aan de regels
in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst en houd
het belang van de vennootschap goed in het oog. Daarbij
is het zinvol ook een toekomstplan voor de vennootschap
te presenteren (in de procedure of al eerder tijdens de
aandeelhoudersvergadering), waarbij acht wordt geslagen
op een eventueel nodige herstructurering en financiering. Dit
helpt bij de belangenafweging die de rechter moet maken. De
vraag die de rechter zichzelf zal stellen is: weegt het belang
van de aandeelhouder om aandeelhouder te mogen blijven,
op tegen het belang bij uitstoting? Het antwoord hierop moet
een volmondig “nee” zijn, wil de procedure kunnen slagen.
Uittreding: verplichte koop
Stel: u wilt zelf uittreden, maar de andere aandeelhouder
wenst de aandelen niet vrijwillig van u te kopen. U kunt de
aandelen niet op een andere manier tegen een reële prijs
verkopen. U kunt dan een uittredingsprocedure starten tegen
de andere aandeelhouder(s) of de vennootschap. Deze
procedure is erop gericht dat de andere aandeelhouder(s) of
de vennootschap uw aandelen overneemt. De rechter kan
dan deze andere aandeelhouder(s) – of de vennootschap
zolang de inkoopregels dat niet beletten – bevelen aandelen
tegen hun zin over te nemen. Dit moet tegen gelijktijdige
betaling van de door of via de rechtbank vastgestelde
waarde. Het staat u ook vrij een billijke verhoging te vorderen.
Deze procedure kan ook worden ingesteld als de andere
aandeelhouder het overnemen van de aandelen eigenlijk
niet kan betalen, al zal de rechtbank altijd acht slaan op de
belangen van de partijen. Het is in dat geval soms verstandig
ook de vennootschap mee te dagvaarden tot overname van
uw aandelen.
Bij deze procedure staat overigens niet het belang van de
vennootschap, maar uw eigen belang centraal. U moet
aantonen dat de gedragingen van uw medeaandeelhouder
uw belangen zo ernstig schaden, dat van u niet langer
gevergd kan worden dat u aandeelhouder blijft. Die
gedragingen hoeven niet per se in hoedanigheid van
aandeelhouder te hebben plaatsgevonden. De procedure
wijkt daarmee af van de uitstotingsprocedure. Een rechter
zal over het algemeen een aandeelhouder niet lichtvaardig
veroordelen om tegen zijn wil aandelen van een ander over
te nemen en hem te verplichten daarvoor een redelijke
prijs te betalen. Het enkele bestaan van verstoorde
verhoudingen is daarom niet genoeg. Als er echter sprake is
van onoverbrugbare verschillen van inzicht waardoor geen
samenwerking meer kan plaatsvinden, kan wel aan de (hoge)
eisen zijn voldaan. Verwijtbaarheid is niet vereist, maar het
kan helpen als u kunt laten zien dat de impasse (toch) te
wijten is aan de andere aandeelhouder(s). Als u onvoldoende
geïnformeerd wordt, terwijl overige aandeelhouders wel
geïnformeerd worden, kan dat ook belangrijk zijn.
Papertrail is king
Het bewijs van de misdragingen en de gevolgen daarvan
moet zorgvuldig worden gebouwd. U kunt bijvoorbeeld
schriftelijke informatieverzoeken doen of voorstellen
voorleggen om de impasse te doorbreken. Wordt hier niet
positief of niet constructief op gereageerd, dan vormt dit een
nadere onderbouwing van uw positie. Een risico ontstaat
indien er ook redelijke verwijten aan uw adres kunnen
worden gemaakt. De vordering tot uittreding kan dan mogelijk
worden afgewezen of, maar dit komt minder vaak voor, als
‘tegenactie’ ook tegen u worden ingesteld. Als u zelf wordt
geconfronteerd met een vordering tot uittreding, kunt u
overwegen om maatregelen aan te bieden die er op zijn
gericht om door u veroorzaakt nadeel ongedaan te maken of
te beperken. De rechter kan de procedure dan aanhouden
en, als hieraan wordt voldaan, de vordering tegen u alsnog
afwijzen.
Het kan zijn dat u een derde heeft gevonden die uw
aandelen wil kopen. Uw medeaandeelhouder blokkeert
dit mogelijk door zijn goedkeuring te weigeren onder de
blokkeringsregeling. Deze blokkeringsregeling – en overige
goedkeurings- en voorkeursrechten – kunnen door een
rechter in bijzondere omstandigheden met urgentie terzijde
worden gesteld, bijvoorbeeld in kort geding.
Uittreding of uitstoting in kort geding
Een uitstotingsvordering of uittredingsvordering kan in
theorie en naar analogie ook in kort geding worden ingesteld.
Het voordeel is dat een kort geding veel sneller en veel
goedkoper is dan een bodemprocedure. Het nadeel is
dat uitstoting of uittreding in kort geding in het algemeen
niet (snel) wordt toegewezen. Dat gebeurt al niet snel bij
de ‘normale’ procedure, maar er zullen nog hogere eisen
worden gesteld in kort geding, onder meer in het kader van
de urgentie. De rechter moet in kort geding terughoudend
zijn en anticiperen op hoe de bodemrechter zal beslissen.
Er is namelijk al een wettelijke regeling waar dan aan voorbij
wordt gegaan (de gewone geschillenregeling voor de gewone
rechter) en de gevolgen voor de andere aandeelhouder(s)
zijn mogelijk ingrijpend. Het komt echter wel voor,
bijvoorbeeld in geval van noodzaakfinanciering waarbij de
financier de eis van verkoop van aandelen stelt (zie meer
over noodzaakfinanciering op pagina 52 in dit magazine).
Alleen nog discussie over de (ver)koopprijs?
Het kan zijn dat er al overeenstemming bestaat tussen
de aandeelhouders over dát er aandelen moeten worden
overgedragen en wie deze aandelen overdraagt. De
discussie gaat dan vaak alleen nog maar over de prijs voor
die aandelen, maar ook die discussie kan hoog oplopen.
In dat geval kunnen de aandeelhouders zich wenden tot
de rechtbank of de Ondernemingskamer. Deze wordt dan
verzocht om de prijs van de aandelen vast te laten stellen.
Er wordt dan veelal een deskundige benoemd. Partijen
kunnen de rechter verzoeken aanwijzingen te geven over de
in acht te nemen waarderingsmaatstaf, de datum waartegen
gewaardeerd moet worden en andere omstandigheden. Als
partijen ook hierover in geschil zijn, beslist de rechter op die
onderwerpen naar billijkheid.

Het voordeel van deze procedure is dat de procedure ook
alleen gericht is op het vaststellen van de prijs. Er hoeft geen
tijd en aandacht te worden besteed aan wie de aandelen
over moet nemen en waarom. Deze procedure kan daarmee
vaak snel en efficiënt en tegen niet al te hoge kosten worden
gevoerd.
Enquêteprocedure: de kameleon
Een enquêteprocedure houdt een onderzoek in naar het
beleid en de gang van zaken binnen een onderneming.
Om dat onderzoek te kunnen bevelen, moet de
Ondernemingskamer kunnen vaststellen dat er gegronde
redenen zijn om aan een juist beleid of juiste gang van
zaken te twijfelen. De Ondernemingskamer benoemt
dan een onderzoeker en treft eventueel onmiddellijke
voorzieningen, zoals benoeming van een tijdelijke
bestuurder. Aan de hand van het onderzoeksverslag kan
de Ondernemingskamer gevraagd worden om de eventuele
vaststelling van wanbeleid. Het is niet mogelijk om overdracht
van aandelen te vorderen in enquête. Op het eerste gezicht
lijkt een enquêteprocedure daarom niet voor de hand
te liggen om te komen tot een definitieve scheiding van
aandeelhouders. Toch wordt deze procedure in het algemeen
als de meest aangewezen route gezien. In die zin lijkt de
enquêteprocedure – net als de kameleon – sterk van kleur te
kunnen veranderen.
De enquêteprocedure is gericht op het vennootschappelijke
belang en de Ondernemingskamer kan in dat kader snel
en doeltreffend ingrijpen. Zij mag afwijken van dwingend
recht en kan allerlei onmiddellijke voorzieningen treffen als
dat in het belang van het onderzoek of in verband met de
toestand van de rechtspersoon nodig is. Deze voorzieningen
kunnen zo ingrijpend zijn en het krachtenveld zo drastisch
laten kantelen, dat het onderzoek zelf soms niet eens hoeft
plaats te vinden omdat één van de partijen besluit om
eieren voor zijn geld te kiezen en akkoord te gaan met een
schikking. Een onoverbrugbare impasse in de besluitvorming
met negatieve gevolgen voor de vennootschap vormt in
de praktijk vrijwel steeds gegronde redenen om aan een
juist beleid of een juiste gang van zaken te twijfelen, en de
Ondernemingskamer zal bij zo’n ‘vastgelopen’ vennootschap
ook al snel onmiddellijke voorzieningen treffen.
Die onmiddellijke voorzieningen kunnen uiteindelijk wel tot
gevolg hebben dat aandelen definitief worden overgedragen.
Dit vormt in de praktijk vaak zelfs de insteek bij een
enquêteprocedure, juist omdat dit past bij de sanering
en het herstel van de gezonde verhoudingen binnen de
vennootschap. Zo kan een onafhankelijke bestuurder
worden benoemd met de bevoegdheid een biedingsproces
op te starten dat leidt tot vergaande verwatering en
verkoop van aandelen. Natuurlijk is hier nog steeds
medewerking van aandeelhouders voor nodig, maar als het
alternatief vergaande verwatering of faillissement is, is er
uiteindelijk toch vaak sprake van een bepaalde bereidheid.
Aandelen kunnen ook tijdelijk ten titel van beheer worden
overgedragen met het doel besluitvorming weer mogelijk te
maken. Vervolgens kan door een uitstotingsprocedure die
overdracht definitief worden. Dat kan dan ook bij diezelfde
Ondernemingskamer met instemming van partijen.
Vaker ziet men bij de Ondernemingskamer verwatering
van een of meer aandeelhouders met een wijziging
van zeggenschap tot gevolg (zie de bijdrage over
noodzaakfinanciering), waardoor wellicht de nodige stappen
naar een exit kunnen worden verwezenlijkt of er een recht
op uitkoop ontstaat. Als er geen minder verstrekkende
realistische alternatieven zijn, kunnen contractuele en
statutaire beschermingsmaatregelen namelijk volledig terzijde
worden gesteld. In ernstige gevallen kan de vennootschap
zelfs uiteindelijk worden ontbonden. Overigens zal de (vrees
voor) vaststelling van wanbeleid in enquête een sterke
drijfveer zijn voor het treffen van een schikking.
Als het komt tot een gang naar de Ondernemingskamer
moet u kunnen laten zien dat alternatieven niet mogelijk of
redelijk zijn, dat de huidige situatie voor de vennootschap
schadelijk is en dat de continuïteit en/of het bestendig succes
van de onderneming op het spel staan. Het is ook vereist
dat de bezwaren ten opzichte van de andere aandeelhouder
duidelijk en schriftelijk vooraf zijn uiteengezet. Ook heeft u
bij voorkeur een duidelijk beeld voor de toekomst van de
onderneming. Het feit dat de Ondernemingskamer zo snel
en doeltreffend kan ingrijpen is echter een tweesnijdend
zwaard: het kan soms ook tegen u werken als u (ook)
steken heeft laten vallen. Bovendien kan van u ook mogelijk
worden gevraagd de controle deels of geheel uit handen te
geven. De Ondernemingskamer neemt in vergelijking met
andere rechters in de praktijk ook vaker zelf de leiding in een
procedure en is sterk oplossingsgericht.
Recht op uitkoop
Kleine minderheidsbelangen tot 5% kunnen ook worden
uitgekocht. Hiervoor moet u – al dan niet na verwatering
van de andere aandeelhouder (let daarbij op de grenzen
van de redelijkheid) en al dan niet samen met andere
aandeelhouders – aantoonbaar 95% van het geplaatste
kapitaal verschaffen en 95% van de stemrechten uitoefenen.
Zijn er meerdere soorten aandelen (bijvoorbeeld A en B of
gewone en preferente aandelen) dan kan dit instrument
binnen elke soort aandeel worden ingezet. Prioriteitsaandelen
vallen niet onder het recht van uitkoop. Er kunnen maar
beperkt verweren worden gevoerd en de procedure heeft
een erg formeel karakter. Nadat de Ondernemingskamer
heeft vastgesteld dat er geen formele belemmeringen zijn,
stelt zij de prijs van de uit te kopen aandelen vast (zelf of
via benoeming van een deskundige) tenzij hierover een
schikking wordt getroffen. De vaststelling van de waarde van
de aandelen vormt in het algemeen het leeuwendeel van
de procedure, omdat over geld uiteindelijk het meeste ruzie
wordt gemaakt.
Let op: de procedure kan niet worden gebruikt om één van
meerdere minderheidsaandeelhouders te verwijderen. Alle
minderheidsaandeelhouders moeten gezamenlijk worden
gedagvaard. De rechter zal de vordering afwijzen als deze
ernstige stoffelijke schade door de overdracht zou leiden.
Het recht op uitkoop is overigens slechts een recht van de
meerderheidsaandeelhouder. Hij/zij hoeft hier uiteraard geen
gebruik van te maken. Een minderheidsaandeelhouder heeft
in een besloten setting geen recht om uitgekocht te worden,
maar een aandeelhouder die na een geslaagd openbaar
bod op beursgenoteerde aandelen achterblijft met een klein
minderheidsbelang (<5%), kan onder omstandigheden wel
vorderen dat de grootaandeelhouder hem uitkoopt (exit
right). Ook in het kader van een juridische fusie kunnen
minderheidsaandeelhouders onder omstandigheden worden
uitgestoten (zogenaamde squeeze out of cash out merger).
Wetgeving in de maak
Er zijn op dit vlak diverse interessante wetten in de maak
en tot stand gekomen. Zo is het vanaf inwerkingtreding
van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord mogelijk
een afdwingbaar onderhands akkoord af te sluiten, dat
onder bepaalde omstandigheden crediteuren én de
aandeelhouders kan binden en dat tot gevolg kan hebben
dat aandeelhouders hun belang (deels) kwijtraken (de Wet
homologatie onderhands akkoord, ofwel WHOA). DVDW
brengt binnenkort een magazine over de WHOA uit.
Ook komt er een wijziging van de wettelijke geschillenregeling
aan. De gronden waarop de vorderingen tot uitstoting en
uittreding van een aandeelhouder uit de vennootschap
kunnen worden toegewezen, worden daarin verruimd.
De verweten gedragingen hoeven niet meer alleen op de
hoedanigheid van aandeelhouder betrekking te hebben.
Er komt ook een vereenvoudigde wettelijke geschillenregeling
met – hopelijk – een snellere doorlooptijd, die aanhangig kan
worden gemaakt bij de Ondernemingskamer nadat wanbeleid
is vastgesteld. Men hoeft dan na het succesvol doorlopen van
een enquête niet opnieuw een procedure op te starten bij de
rechtbank en is dan direct bij een gespecialiseerde rechter
die het dossier kent en veel ervaring met deze kwesties heeft.
Nadeel is echter wel dat deze procedure pas opgestart kan
worden nadat de Ondernemingskamer heeft geoordeeld
over wanbeleid, terwijl het doorlopen van de daarvoor
noodzakelijke enquêteprocedure ook veel tijd en geld kost.
Hoe dit alles zal uitpakken moet worden bezien, maar
een goedkoper en sneller variant op de huidige wettelijke
geschillenregeling is altijd toe te juichen.
Conclusie
Er staan verschillende procedures tot uw beschikking;
elk met eigen mogelijkheden en voor- en nadelen en
bijvoorbeeld eisen in de vorm van minimum geplaatst
kapitaal. Het is niet eenvoudig om iemand tegen zijn of haar
wil te ontdoen van zijn of haar aandelen. Het is eveneens
niet makkelijk om iemand te dwingen uw aandelen tegen
zijn of haar wil te kopen. En dat is maar goed ook. Maar als
een aandeelhouder zich slecht gedraagt en vervolgens niet
meewerkt aan een exit of koop, dan kan het gevolg zijn dat hij
of zij daartoe gedwongen wordt. Moeten is dwang en huilen is
kindergezang.
Vragen over gedwongen aandelenoverdracht
of geschillenregelingen? Wij spreken de
mogelijkheden graag met u door.
Neem contact op met Marjon Lok : lok@dvdw.nl
De sectie Corporate Litigation & Dispute Resolution
kent diverse specialisten op dit gebied. Kijk op de
website voor meer informatie.

Google op
moeten-is-dwang-en-huilen-is-kindergezang.pdf

Onze conclusie is

Er is GEEN Impasse en als die er is, dan hebben de prive ontwikkelingen in de media van de Heer Sanderink, daar zelf voor gezorgd.

Het gehele tussen arrest
https://linkeddata.overheid.nl/front/portal/document-viewer?ext-id=ECLI:NL:GHAMS:2021:3980

Uitkoop regeling Oranjewoud
Wij zijn druk bezig om een juiste prijs voor onze aandelen Oranjewoud te krijgen als uitkoop.
Wilt U erbij betrokken worden, wij zijn in overleg met de VEB.
Stuur dan Uw NAW gegevens naar redactie@xea.nl met Uw aantal aandelen Oranjewoud. Dit alles zal zeer discreet behandeld worden, zoals ook bij Simac en Econosto.



Beperkte weergave !
Leden hebben toegang tot meer informatie! Omdat u nog geen lid bent of niet staat ingelogd, ziet u nu een beperktere pagina. Wordt daarom GRATIS Lid of login met uw wachtwoord


Copyrights © 2000 by XEA.nl all rights reserved
Niets mag zonder toestemming van de redactie worden gekopieerd, linken naar deze pagina is wel toegestaan.


Copyrights © DEBELEGGERSADVISEUR.NL