- OMZET GROEIT MET 8%; ONDERLIGGENDE EBITA +26%
- RESULTATEN TWEEDE KWARTAAL 2015
Almere, 31 juli 2015
KERNPUNTEN TWEEDE KWARTAAL 2015
Omzet per werkdag stijgt met 7,7% naar € 618,6 miljoen (2e kwartaal 2014: € 583,3 miljoen)
Groei omzet per werkdag in Nederland versnelt tot 9,0% (groei
1e kwartaal 2015: 3,7%)
Kostenratio verbetert met 0,7% tot 16,3% (2e kwartaal 2014: 17,0%)
Onderliggende EBITA stijgt met 26% naar € 19,4 miljoen (2e kwartaal 2014: € 15,4 miljoen); onderliggende EBITA-marge stijgt naar 3,1%
(2e kwartaal 2014: 2,6%)
Onderliggend nettoresultaat stijgt naar € 9,6 miljoen (2e kwartaal 2014: € 7,9 miljoen)
"We hebben onze groei in het tweede kwartaal verder weten te versnellen," zei Rob Zandbergen, CEO van USG People. "De marktomstandigheden blijven zich gunstig ontwikkelen in onze landen. Zowel bij grote klanten als in het midden- en kleinbedrijf hield de stijgende vraag in onze dienstverlening aan. In het midden- en kleinbedrijf trekt de groei duidelijk verder aan en ook bij Professionals is de groei weer toegenomen. In Nederland en België lag onze groei aan het eind van het kwartaal in lijn met de markt. Ook in Frankrijk en Duitsland, waar we boven de markt presteren, is onze groei versneld. Behoudens seizoenseffecten waaronder impact van publieke feestdagen bleef de brutomarge stabiel ten opzichte van vorig kwartaal. De groei leidde per saldo tot een forse verbetering van onze onderliggende EBITA, welke met 26% is toegenomen. We verwachten dat de positieve trend in het tweede halfjaar van 2015 aanhoudt."

KERNCIJFERS
Onderliggende resultaten 1) 3 maanden geëindigd op 30 juni 6 maanden geëindigd op 30 juni
in miljoenen euro's 2015 2014 ∆ 2015 2014 ∆
Omzet 618,6 583,3 6% 1.189,3 1.126,1 6%
Brutoresultaat 123,7 118,1 5% 244,5 234,6 4%
Operationele kosten 100,9 99,2 2% 201,2 197,5 2%
EBITDA 22,8 18,9 21% 43,3 37,1 17%
EBITA 19,4 15,4 26% 36,2 30,1 20%
Nettoresultaat 9,6 7,9 22% 18,6 14,7 27%
Brutomarge 20,0% 20,2% 20,6% 20,8%
Kostenratio 16,3% 17,0% 16,9% 17,5%
EBITDA-marge 3,7% 3,2% 3,7% 3,3%
EBITA-marge 3,1% 2,6% 3,1% 2,7%
1) Onderliggende resultaten zijn gecorrigeerd voor incidentele kosten.


TOELICHTING OP DE RESULTATEN OVER HET TWEEDE KWARTAAL 2015
—
OMZET
De omzet van USG People steeg in het tweede kwartaal met 6,1% naar € 618,6 miljoen (2e kwartaal 2014: € 583,3 miljoen).
Het tweede kwartaal had gemiddeld 0,8 werkdagen minder dan vorig jaar. Dit had een effect van -1,6% op de omzetgroei.
De groei van de omzet per werkdag bedroeg 7,7%. Acquisities hadden een positief effect van 0,2% op de groei. In Nederland versnelde de groei ten opzichte van vorig jaar tot 9,0% van 3,7% in het voorgaande kwartaal. In België werd een groei van de omzet per werkdag behaald van 9,0%. De groei lag hier in lijn met het vorige kwartaal. In Frankrijk en Duitsland werd een
versnelling in de groei gerealiseerd. In Frankrijk steeg de omzet per werkdag met 6,3% (1e kwartaal: 5,7%) en in Duitsland
met 4,6% (1e kwartaal: 0,9%). De groei van USG People in Frankrijk en Duitsland lag opnieuw boven die van de markt.
Het verloop van de groei in de maanden van het tweede kwartaal werd vertekend door de impact van verschillen in
werkdagen, feestdagen en brugdagen. Dit in overweging nemende bedroeg de groei aan het einde van het kwartaal 8,2% (groei omzet per werkdag maart: 5,0%). In de eerste weken van juli was er een verdere versnelling van de groei.

BRUTOMARGE
Het brutoresultaat bedroeg € 123,7 miljoen in het tweede kwartaal (2e
kwartaal 2014: € 118,1 miljoen). In procenten van de
omzet kwam de brutomarge uit op 20,0% (2e kwartaal 2014: 20,2%).
De omzet uit werving en selectie was lager dan vorig jaar, voornamelijk door de beëindiging van activiteiten buiten de
kernlanden. De omzet uit werving en selectie bedroeg 0,9% van de totale groepsomzet tegen 1,0% vorig jaar in het tweede kwartaal. Dit had een impact van -10 basispunten op de brutomarge van de groep. Andere mix- en prijseffecten hadden een effect van -10 basispunten op het brutomargepercentage. Dit kwam vooral door een sterke groei van onze dienstverlening bij grote klanten.
In het tweede kwartaal had het grote aantal publieke feestdagen en brugdagen een aanzienlijk seizoenseffect op de brutomarge. Vooral in België en Duitsland is dit effect substantieel. In deze landen wordt gedurende het jaar niet
gelijkmatig een reservering opgebouwd voor de salarissen die worden doorbetaald aan flexwerkers op publieke feestdagen.
Deze salariskosten worden volledig in de kostprijs verantwoord in de actuele periode waardoor het brutoresultaat en de brutomarge in een kwartaal dat veel feestdagen kent lager uitvalt. Ten opzichte van het voorafgaande eerste kwartaal
bedroeg dit seizoenseffect -100 basispunten op de groepsmarge.
BEDRIJFSKOSTEN VOOR AFSCHRIJVINGEN EN AMORTISATIE VAN IMMATERIËLE ACTIVA
De onderliggende operationele kosten waren € 1,7 miljoen hoger dan vorig jaar in het tweede kwartaal en kwamen uit op € 100,9 miljoen (2e kwartaal 2014: € 99,2 miljoen). Door acquisities namen de kosten toe met € 0,8 miljoen. Autonoom stegen de kosten met € 0,9 miljoen door het faciliteren van de aanhoudende groei in onze activiteiten, vooral in België en Frankrijk.
Per saldo verbeterde de kostenratio, voor afschrijvingen, met 70 basispunten naar 16,3% van 17,0% vorig jaar in het tweede kwartaal. De verlaging van het kostenniveau ligt in lijn met onze doelstelling om de kostenratio in 2015 met 60 basispunten
te verlagen ten opzichte van 2014 (van 16,6% in 2014 naar 16,0% in 2015).
Naast de onderliggende kosten werd er een incidentele last van € 4,5 miljoen verantwoord in de gerapporteerde kosten. Dit betreft kosten voor aanpassingen in de organisatie in het kader van het eerder aangekondigde optimaliseringsprogramma, waarmee een jaarlijkse besparing in de Nederlandse organisatie wordt gerealiseerd van € 20 miljoen. De besparingen worden met ingang van het derde kwartaal 2015 geleidelijk aan verwezenlijkt. Het programma zal vóór het laatste kwartaal van 2016 volledig zijn uitgevoerd.

EBITA
3 maanden geëindigd op 30 juni
in miljoenen euro's 2015 2014
EBITA onderliggend 19,4 15,4
Incidentele operationele kosten -4,5 -
EBITA gerapporteerd 14,9 15,4

De onderliggende EBITA steeg met 26% naar € 19,4 miljoen (2e kwartaal 2014: € 15,4 miljoen). De onderliggende EBITAmarge steeg naar 3,1% tegen 2,6% vorig jaar in hetzelfde kwartaal. Inclusief incidentele effecten kwam de gerapporteerde EBITA uit op € 14,9 miljoen.

AMORTISATIE ACQUISITIEGERELATEERDE IMMATERIËLE ACTIVA
De amortisatie op acquisitiegerelateerde immateriële activa bedroeg € 1,2 miljoen in het tweede kwartaal. Over het tweede kwartaal van 2014 bedroeg de amortisatie van acquisitiegerelateerde immateriële activa € 1,5 miljoen.

FINANCIERINGSRESULTATEN
De financieringslasten bedroegen € 3,7 miljoen in het tweede kwartaal tegen € 2,3 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar.
De lasten werden verhoogd door disconteringseffecten, met name op de waardering van de aan de Franse overheid uitgegeven 'Prêt effort de construction', als gevolg van opgelopen rente op Franse overheidsobligaties. Exclusief deze effecten daalden de interestlasten met € 0,3 miljoen ten opzichte van vorig jaar (van € 2,4 miljoen naar € 2,1 miljoen).

WINSTBELASTING
De belasting bedroeg € -5,1 miljoen in het tweede kwartaal van 2015 (2e
kwartaal 2014: € -13,9 miljoen). In de belasting is een last opgenomen van € 1,9 miljoen aan business tax in Frankrijk. Verder werd een bedrag van € 1,6 miljoen aan belasting op verliezen niet gewaardeerd en was er een positieve correctie uit voorgaande jaren van € 0,2 miljoen.

NETTORESULTAAT TOEREKENBAAR AAN DE EIGENAREN VAN DE VENNOOTSCHAP
3 maanden geëindigd op 30 juni in miljoenen euro's 2015 2014
Nettoresultaat onderliggend 9,6 7,9
Incidentele resultaten -4,5 -
Incidentele belasting -0,3 -10,3
Nettoresultaat gerapporteerd 4,8 -2,4
Resultaat per aandeel (in euro's) € 0,06 € -0,03
Het onderliggende nettoresultaat steeg naar € 9,6 miljoen van € 7,9 miljoen vorig jaar in het tweede kwartaal. Het gerapporteerde nettoresultaat kwam uit op € 4,8 miljoen (2e
kwartaal 2014: € -2,4 miljoen).

BALANS EN KASSTROOM
Het werkkapitaal was € 16,4 miljoen lager dan vorig jaar in het tweede kwartaal. De factoring van handelsvorderingen steeg
met € 1,2 miljoen tot € 122,4 miljoen (2e kwartaal 2014: € 121,2 miljoen). Het werkkapitaal inclusief factoring bedroeg
€ -108,5 miljoen aan het einde van het tweede kwartaal (2e kwartaal 2014: € -92,1 miljoen).
De operationele kasstroom over het tweede kwartaal bedroeg € -20,1 miljoen (2e
kwartaal 2014: € -6,2 miljoen). De kasstroom was negatief door normale seizoenseffecten in het werkkapitaal en timingverschillen in belastingafdrachten. De netto schuldpositie verbeterde naar € 195,4 miljoen (2e kwartaal 2014: € 205,8 miljoen). De leverage ratio (nettoschuld /
12-maands onderliggende EBITDA) verbeterde naar 2,0 (2e kwartaal 2014: 2,3).

RESULTATEN TWEEDE KWARTAAL 2015 PER SEGMENT
General Staffing
Bij General Staffing steeg de omzet over het tweede kwartaal naar € 378,5 miljoen (2e kwartaal 2014: € 351,1 miljoen). De omzet per werkdag steeg met 9,4% ten opzichte van vorig jaar.
In Nederland versnelde de omzetgroei bij Start People tot 12,4% (1e
kwartaal 2015: 4,5%). De groei bij Start People is gedurende het tweede kwartaal in lijn gebracht met de marktgroei.
Bij Start People in België steeg de omzet per werkdag met 9,4% ten opzichte van vorig jaar. Vergeleken met vorig jaar hield de groei aan op een hoog niveau ondanks een forse toename in de vergelijkingsbasis. Vorig jaar realiseerde Start People in
België een groei van 11,7% in het tweede kwartaal.
In Frankrijk heeft Start People de voorsprong op de markt vastgehouden. De omzet per werkdag van Start People groeide in het tweede kwartaal met 6,2% ten opzichte van vorig jaar. De groei versnelde opnieuw ten opzichte van het voorgaande kwartaal toen de omzet per werkdag groeide met 5,4%.
De brutomarge was lager dan in het eerste kwartaal door de impact van publieke feestdagen. Vooral in België is er door de vele feestdagen in het tweede kwartaal altijd een seizoenseffect op de brutomarge. De impact was dit jaar groter dan vorig jaar.
De mix- en prijseffecten waren licht positief. De kosten zijn toegenomen in België en Frankrijk om een voortzetting van groei te faciliteren.
De onderliggende EBITA over het tweede kwartaal bedroeg € 12,6 miljoen (2e
kwartaal 2014: € 12,6 miljoen). De EBITAmarge
kwam uit op 3,3% (2e kwartaal 2014: 3,6%).

Specialist Staffing
Bij Specialist Staffing steeg de omzet naar € 199,7 miljoen over het tweede kwartaal (2e kwartaal 2014: € 194,0 miljoen). In
de kernlanden steeg de omzet per werkdag met 5,3% ten opzichte van vorig jaar.
In Nederland groeide de omzet per werkdag met 4,6% ten opzichte van vorig jaar. De groei lag onder het niveau van de markt voornamelijk door een hogere groei vorig jaar in het tweede kwartaal. De omzet van Specialist Staffing groeide toen met 15,7% terwijl de markt in die periode met 5% groeide. Bij Secretary Plus was er in Nederland een forse versnelling in de groei. De omzet steeg met 36,0% ten opzichte van vorig jaar (1e
kwartaal: 16,1%).
In België steeg de omzet per werkdag bij Specialist Staffing met 7,6%. Bij Unique bedroeg de stijging 7,0% en bij Secretary Plus 10,8% ten opzichte van vorig jaar.
In Duitsland steeg de omzet met 4,3% vergeleken met vorig jaar. Bij Unique steeg de omzet met 4,3% en bij Secretary Plus met 4,0% ten opzichte van vorig jaar.
De brutomarge steeg ten opzichte van vorig jaar vooral door een hogere marge in Nederland, als gevolg van het aantrekken van de omzet in het midden- en kleinbedrijf. In België was de groei hoger bij volumeklanten waardoor de brutomarge hier iets afnam. De operationele kosten werden verlaagd in vergelijking met het tweede kwartaal vorig jaar.
De onderliggende EBITA steeg bij Specialist Staffing naar € 10,1 miljoen van € 6,1 miljoen vorig jaar in het tweede kwartaal.
De EBITA-marge steeg naar 5,1% van de omzet (2e kwartaal 2014: 3,1%).
lees meer op
http://hugin.info/130803/R/1942684/702900.pdf

tijd 09.02
De Midcap 727,68 +1,72 +0,24% USG EUR 13,75 +17ct vol. 52.482