. Stichting Beheer SNS REAAL dient verzoekschrift voorlopig getuigenverhoor in bij rechtbank
Utrecht, 11 november 2013. Stichting Beheer SNS REAAL heeft vandaag bij de Rechtbank Amsterdam een verzoekschrift ingediend voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoekschrift richt zich tegen SNS REAAL.

Als voormalig meerderheidsaandeelhouder van SNS REAAL is Stichting Beheer van mening dat SNS REAAL de Stichting had moeten voorzien van documenten, waardeanalyses, beleidsnotities en andere voor de Ondernemingskamerprocedure relevante informatie. In feite alle informatie die van belang is om de Ondernemingskamer de schadeloosstelling, waar gedupeerde partijen wettelijk aanspraak op hebben, op het juiste bedrag te kunnen laten vaststellen. SNS REAAL heeft in strijd met de verplichting tot informatieverstrekking en ondanks een eerdere toezegging, verzoeken van Stichting Beheer om informatie te verschaffen steeds van de hand gewezen. Stichting Beheer lijdt hierdoor schade waarvoor zij SNS REAAL aansprakelijk houdt.

De schadeloosstellingsprocedure bij de Ondernemingskamer zal nog geruime tijd gaan duren. Zeker nu de Minister op 9 oktober jl. tegen de beschikking van de Ondernemingskamer cassatieberoep heeft ingesteld bij de Hoge Raad. Dit is voor Stichting Beheer een belangrijke reden om nu door het horen van getuigen de beschikbaarheid van de relevante informatie in bezit van SNS REAAL veilig te willen stellen.

Het veilig stellen van informatie bij SNS REAAL is mede van belang omdat de Minister zich in zijn verzoekschrift tot cassatie bij de Hoge Raad expliciet op het standpunt stelt dat hij niet verplicht is om relevante informatie die hem door SNS REAAL ter hand is gesteld, ter beschikking te stellen voor het door de Ondernemingskamer gelaste deskundigenonderzoek.

Het getuigenverhoor heeft ook betrekking op meer recente gedragingen van SNS REAAL. Op 22 juli 2013 heeft SNS REAAL het door haar ingediende bezwaar tegen het SREP-besluit van de Nederlandsche Bank (het besluit waarbij DNB een nagenoeg onmiddellijk door SNS REAAL te effectueren vermogensversterking van € 1.9 miljard eiste), plotseling en zonder motivering ingetrokken.

Het SREP-besluit is door SNS REAAL destijds als disproportioneel en niet adequaat onderbouwd aangemerkt en ligt ten grondslag aan de beslissing van de Minister van Financiën tot nationalisatie van SNS REAAL. Het na de nationalisatie intrekken van het bezwaar tegen het SREP-besluit is een schending van de (zorgvuldigheids)verplichtingen van SNS REAAL jegens haar voormalig aandeelhouders en effectenhouders. Dit geldt te meer omdat DNB recent – in de bezwaarprocedure tegen het SREP-besluit – heeft geoordeeld dat de onteigende aandeelhouders en effectenhouders niet als belanghebbenden van het SREP-besluit hebben te gelden. Doordat SNS REAAL het bezwaar heeft ingetrokken, kan het SREP-besluit nu mogelijk niet meer ter toetsing aan een rechter worden voorgelegd, wat nadelig is voor partijen die door de nationalisatie van SNS REAAL gedupeerd zijn.

Met het horen van getuigen brengt Stichting Beheer tegelijkertijd een proces op gang waarbij door (voormalig)bestuurders en (oud)functionarissen van SNS REAAL publieke verantwoording kan worden afgelegd over de periode voorafgaand aan de nationalisatie van de onderneming op 1 februari 2013.