Hoogwaardige biologische producten verpakt in folie gemaakt van aardolie. Het is een contrast dat in onze supermarkten aan de orde van de dag is. De verpakkingsberg groeit met de dag. En dat terwijl consumenten vragen om duurzaamheid. De oplossing: Verpakkingen die zijn gemaakt van biobased grondstoffen en composteerbaar en/of biobased zijn.
Binnen het Duits-Nederlandse grensproject FOOD2020 heeft Bio4Pack zich beziggehouden met die kwestie. De verpakkingenproducent uit Rheine werkte daarin grensoverschrijdend samen met projectpartners Bio4Life BV, EuroFlex Printing Holland BV, agaSAAT GmbH en Meitron Trockenmischungen GmbH.
Doel van het innovatieproject was de ontwikkeling van een samengestelde folie die voldoet aan alle eisen van voedselveiligheid en daarnaast optimaal geschikt is om producten te verpakken.
Yasar Türkoglu, sales manager en procurist bij Bio4Pack vertelt over zijn ervaringen met FOOD2020 en over de marktkansen van biobased verpakkingsmateriaal.
FOOD2020: Uw innovatieproject binnen FOOD2020 is inmiddels afgerond. Wat heeft het project u opgeleverd en hoe liep de grensoverschrijdende samenwerking?
Türkoglu: De samenwerking was uitstekend. Onze Leadpartner FPI (Food-Processing Initiative e.V.) heeft ons optimaal begeleid en door de goede samenwerking is er een belangrijke uitwisseling tot stand gekomen. Dankzij de subsidie hebben we tijd en geld kunnen steken in het ontwikkelen van een nieuw product dat we op de markt kunnen brengen.
FOOD2020: Doel van het project was het ontwikkelen van een samengestelde folie conform de in EN13432 gestelde eisen. De folie moest biobased of volledig composteerbaar zijn. Hoe beoordeelt u de uitkomst?
Türkoglu: We hebben ons doel bereikt. We zijn erin geslaagd een samengestelde folie uit drie delen te maken. Het overgrote deel van de verpakking wordt gemaakt van cellulose met een geseald laagje van bio-polyethyleen. Het product is meteen inzetbaar en verwerkende bedrijven kunnen hun folie een op een verruilen voor het nieuwe product. Het product beschikt aan de nodige eisen wat betreft water- en zuurstofbarrière, productstabiliteit en vetresistentie. In een volgende stap willen we de folie dunner maken om te kunnen bezuinigen op grondstoffen en het prijsverschil met conventionele materialen zo klein mogelijk te houden.
De folie is biobased. Dat betekent dat onze folie uit hernieuwbare bronnen wordt gewonnen. Biobased is niet per se composteerbaar. Door fermentatie kunnen bijvoorbeeld producten ontstaan met eigenschappen die lijken op die van PE en ook als zodanig moeten worden afgevoerd. Maar hun oorsprong is „groen“.
Bij de composteerbaarheid wordt een onderscheid gemaakt tussen composteerbaar door particulieren (conventionele compost) en industrieel composteerbaar (bijv. in biogasinstallaties). Samengestelde folies, bestaande uit materialen met een verschillende composteerbaarheid, kunnen, voor zover ze EN13432 gecertificeerd zijn, onbeperkt gecomposteerd worden en er blijven geen „plasticresten“ achter.
FOOD2020: Het maken van zo’n folie is vast geen eenvoudige klus. Hoe moeten we ons dat proces voorstellen en waarin ligt het verschil met conventionele folies?
Türkoglu: Het maken van biobased folies lijkt wel op dat van conventionele verpakkingsmaterialen. Om te beginnen leggen we vast aan welke parameters het materiaal moet voldoen op basis van het product dat je gaat verpakken. Het gaat dan om doorlaatbaarheid, scheurvastheid etc.
Basismateriaal voor het maken van de folie is suikerrietgranulaat uit Zuid-Amerika, dat uit Nederland afkomstig is. In de toekomst zal het granulaat niet meer afkomstig zijn van suikerriet maar van suikerbieten en op korte termijn ook van afval. Op dit moment in het proces worden de klantspecifieke eisen ingepast, zoals kleur (gekleurde basisfolie) of additieven (bijv. anti-fog, PVOH). Met behulp van blaasextrusie maken we een buisfolie die vervolgens op maat wordt gesneden.
FOOD2020: Dat klinkt niet zo ingewikkeld. Wat zijn de uitdagingen in het productieproces?
Türkoglu: Voor de toplaag van de folie zijn nog steeds extra stappen in het proces nodig. Om de drukinkt beter te laten hechten wordt de bovenste laag folie behandeld met lak of corona. Wil de klant matte folie, dan wordt de folie behandeld met matte lak.
Maar de grootste uitdaging zit hem in de verkoop van de producten.
FOOD2020: Hoezo? Het koperspubliek vraagt toch om duurzaamheid?
Türkoglu: Er is heel veel belangstelling voor bioplastic. Toch zijn verwerkende bedrijven en consumenten heel sceptisch als het gaat om de producten zelf. Voor bedrijven speelt de prijs een grote rol. Waarbij de prijzen wel meebewegen met vraag en aanbod van de grondstoffen. De consument heeft zijn twijfels omdat hij de nieuwe verpakkingen niet kent. Om een voorbeeld te noemen: Een supermarkt gebruikte PLA-folie in plaats van een kunststof verpakking voor verse paprika. Maar de consumenten lieten ze links liggen. Omdat de verpakking kraakt, dachten ze dat het een synthetische folie was. Volgens mij moeten we in de verkooppunten zelf de consumenten voorlichten volgens het motto „bio van binnen, bio van buiten“.
FOOD2020: Om nog even terug te komen op de folie. Waar moeten producerende bedrijven rekening mee houden als ze biofolie willen gebruiken en verwerken?
Türkoglu: Bioplastic kan net zo worden verwerkt als conventionele folie. Wel zijn er beperkingen op het gebied van verwerking en opslag. De maximale verwerkingstemperatuur van PLA-folie ligt bijvoorbeeld bij 65°C. Los daarvan worden optimale resultaten bereikt bij het sealen. De opslagtemperatuur mag niet hoger zijn dan 20 à 30°C. Daarnaast zijn er beperkingen ten aanzien van vloeibare producten, bij het vacuüm verpakken en het snelkoelen (flash freezing).
Maar voor het verpakken van peulvruchten, koffie, pasta en muesli is deze verpakking optimaal.
FOOD2020: Peulvruchten, pasta en koffie kunnen lange tijd bewaard worden. Hoe verhoudt zich de afbraak van biobased verpakkingen ten opzichte van de tht-datum van het verpakte product?
Türkoglu: Na het produceren kunnen onze samengestelde en enkelvoudige producten maximaal twaalf maanden worden gebruikt. Daarna gaat bijvoorbeeld bij samengestelde folie de cacheerlaag loszitten of lossen de composteerbare folies op. Voor verwerkende bedrijven is het dus belangrijk dat ze hun folievraag preciseren als ze onze producten gebruiken om de opslagduur zo kort mogelijk te houden.
FOOD2020: Welke kansen zijn er voor biobased/composteerbare folies op de verpakkingsmarkt?
Türkoglu: De marktpotentie van verpakkingen uit bioplastic is heel groot. Er zal de komende jaren fors minder aardolie beschikbaar komen en we hebben nu al alternatieven nodig. Consumenten gaan zaken als biologisch geproduceerd, kwaliteit en duurzaamheid steeds belangrijker vinden. Toch missen veel consumenten nog kennis over biobased verpakkingen en staan er daarom afwijzend tegenover. Vooral in Duitsland is er een gebrek aan goede voorlichting. Daarnaast speelt de prijs een belangrijke rol. Maar we moeten beseffen dat het niet alleen om prijs draait en het is belangrijk dat mensen de meerwaarde van nieuwe opties leren kennen. Dan pas kunnen biobased verpakkingen echt voet aan de grond krijgen op de markt. Het afvalprobleem kun je met biobased kunststof alleen niet oplossen, maar het is wel een stap in de goede richting.
FOOD2020 is onderdeel van het INTERREG-programma Deutschland-Nederland en wordt mede gefinancierd door de Europese Unie, MWIDE NRW, het Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung, het Ministerie van Economische Zaken en de provincies Drenthe, Flevoland, Fryslân, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel.
Het interview werd uitgevoerd door Svenja Hagen, DIL· Deutsches Institut für Lebensmitteltechnik e.V.
|