Bemoedigende vooruitgang naar herstel van de omzetgroei en een verbeterde concurrentiepositie.
HOOFDPUNTEN IN HET KWARTAAL
De onderliggende verkopen stegen met 3,3%, volledig veroorzaakt door volumegroei.
Over het geheel genomen hebben wij onze marktaandelen sinds het begin van het jaar gestabiliseerd.
De onderliggende winstgevendheid was solide, waarbij besparingsprogramma’s en een betere mix grotendeels de hogere inkoopkosten en opgevoerde marketinginvesteringen compenseerden.
De bedrijfswinst van Eur 1,3 miljard is na een afboeking op Slim∙Fast van Eur 353 miljoen.

TOELICHTING EN VOORUITBLIK CHIEF EXECUTIVE
In het tweede kwartaal hebben we opnieuw een belangrijke stap vooruitgezet in het uitvoeren van onze plannen om de omzetgroei te verbeteren. We hebben ons innovatieprogram-ma versterkt en over het geheel genomen het verlies van marktaandeel een halt toegeroepen.

We boeken goede voortgang in het realiseren van de gestelde prioriteiten. Opkomende markten leveren opnieuw een belang-rijke bijdrage aan onze groei met zeer goede verkopen in deze sterk groeiende markten. In persoonlijke verzorging heeft de verbetering van het eerste kwartaal doorgezet. In West-Europa blijven de omstandigheden in het algemeen moeilijk en daar valt nog het nodige te doen om onze concurrentiepositie te verbeteren.

We hebben belangrijke wijzigingen aangebracht in de manier waarop de onderneming is georganiseerd en het verheugt mij dat de veranderingen effect hebben. Onze focus op het ver-beteren van de concurrentiepositie vertaalt zich in meer en betere innovatie, een scherpere prijsstelling van onze produc-ten en een slagvaardiger uitvoering van de manier waarop we onze merken positioneren.

Onze besparingsprogramma’s leiden tot een verdere kostenverlaging. De wereldwijde integratie van onze

bedrijven voor voedingsmiddelen en huishoudelijke en persoonlijke verzorging speelt hierbij een belangrijke rol. Dit heeft ervoor gezorgd dat we dit jaar tot dusver het effect van hogere inkoopkosten en van toegenomen investeringen in onze merken op de brutowinstmarge grotendeels hebben kunnen beperken.

De categorie maaltijdvervangers is gedurende het eerste halfjaar verder gekrompen. Hoewel dit minder dan 1% van onze activiteiten uitmaakt, heeft het teruglopen van de markt ons genoodzaakt tot een additionele afboeking op Slim∙Fast, die van invloed is op de bedrijfswinst en de winst per aandeel in het kwartaal.

Vooruitkijkend verwachten we geen belangrijke verandering in de marktomstandigheden in de rest van het jaar De inkoop-kosten en toegenomen investeringen in onze merken zullen de druk op de marges verhogen. Tegen deze achtergrond blijven we ons richten op het verbeteren van onze concurrentiepositie en het herstellen van de omzetgroei.

Patrick Cescau
Group Chief Executive
Unilever heeft internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) geïmplementeerd. Deze zijn van toepassing op zowel de vergelijkende cijfers van vorig jaar als op de resultaten van het huidige jaar. Daarnaast worden de verkorte tussentijdse financiële overzichten alleen nog tegen actuele wisselkoersen gepresenteerd. De procentuele wijzigingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar worden tegen zowel actuele als constante wisselkoersen weergegeven om vergelijking te vereenvoudigen. Meer informatie over het effect van IFRS staat op pagina 11 en op onze website www.unilever.com/ourcompany/investorcentre/.

In de volgende toelichting houdt ‘Groei van de verkopen’ in: de onderliggende groei tegen constante wisselkoersen (exclusief het effect van acquisities en desinvesteringen). ‘Omzet’ houdt in: inclusief het effect van wisselkoersen en acquisities en desinvesteringen.

Unilever hanteert de begrippen ‘constante wisselkoersen’ en ‘onderliggende’ voornamelijk voor interne prestatiemeting en begrotingsdoeleinden. Zij is van mening dat dergelijke indicatoren aan aandeelhouders aanvullende informatie geven over de onderliggende trends. Deze indicatoren zijn niet gedefinieerd binnen IFRS of algemeen aanvaarde grondslagen in de Verenigde Staten (US GAAP) en zijn ook niet bedoeld als substituten voor binnen deze grondslagen gedefinieerde prestatie-indicatoren, zoals omzet en winst.

Als gevolg van de verkoop van ons bedrijf in luxe parfums, Unilever Cosmetics International (UCI), worden de resultaten van deze onderneming in onze financiële resultaten gepresen-teerd als beëindigde bedrijfsactiviteiten, zoals voorgeschreven in IFRS 5. Meer informatie staat op pagina 12. De winst op de verkoop van dit bedrijf zal worden verantwoord in onze resul-taten over het derde kwartaal van 2005 en zal naar verwach-ting ongeveer Eur 450 miljoen vóór belastingen bedragen.

FINANCIËLE RESULTATEN KWARTAAL
De onderliggende verkopen stegen met 3,3% in het kwartaal, volledig veroorzaakt door volumegroei. In het eerste halfjaar stegen de onderliggende verkopen met 4,6%, inclusief ongeveer 2 procentpunt als gevolg van de extra dagen in het eerste kwartaal.

De omzet steeg met 1,4% in het kwartaal. De groei van de onderliggende verkopen werd deels tenietgedaan door een negatief effect van 1,8% als gevolg van des-investeringen en een gering negatief effect door wissel-koersschommelingen.

De brutowinstmarge was 12,4% in het kwartaal. Dit is in-clusief een afname van 3,4 procentpunt in verband met een afboeking van Eur 353 miljoen op de boekwaarde van Slim∙Fast, als gevolg van de periodieke beoordeling van goodwill en immateriële vaste activa eind juni. De addi-tionele afboeking is het gevolg van het verder krimpen van de markt in de categorie maaltijdvervangers, resul-terend in een lagere verkoopprognose voor Slim∙Fast.

De brutowinstmarge in het eerste halfjaar was 13,7%. Dit was 1,4 procentpunt lager dan dezelfde periode vorig jaar, inclusief het effect van de afboeking op Slim∙Fast. Herstructureringskosten waren in het eerste halfjaar Eur 124 miljoen lager dan vorig jaar, terwijl de winst op desinvesteringen en verkoop van activa Eur 47 miljoen hoger was. Besparingsprogramma’s en een betere mix compenseerden grotendeels de hogere inkoopkosten en opgevoerde marketinginvesteringen in onze merken.

De bedrijfswinst daalde met 18% in het kwartaal en met 7% in het eerste halfjaar. (Zonder het negatieve effect van de afboeking op Slim∙Fast was de bedrijfswinst 5% hoger in zowel het kwartaal als het eerste halfjaar.)

De nettofinancieringskosten exclusief pensioenen namen af met 6% in het kwartaal en met 4% in het eerste halfjaar door een lagere nettoschuldpositie.

Het belastingpercentage was 30% in het kwartaal. In het eerste halfjaar was het belastingpercentage 26,5% ten opzichte van 28% vorig jaar. Dit is onder meer het ge-volg van eenmalige posten en is lager dan de verwachte 30% vóór de langere termijn.

De nettowinst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten daalde met 26% in het kwartaal en met 6% in het eerste half-jaar, inclusief het effect van de afboeking op Slim∙Fast. Hierin zit tevens een licht negatief effect als gevolg van wisselkoersschommelingen.

Inclusief het resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten daalde de winst per aandeel met 29% in het kwartaal en met 6% in het eerste halfjaar. (Vóór de verwerking van de afboeking op Slim∙Fast daalde de winst per aandeel met 7% in het kwartaal en steeg deze met 6% in het eerste halfjaar.)

KASSTROOM
De nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belasting-betalingen was Eur 1,4 miljard in het eerste halfjaar, een daling van Eur 0,6 miljard ten opzichte van 2004. Van deze daling wordt Eur 0,4 miljard veroorzaakt door een sei-zoensmatige stijging van het werkkapitaal in het eerste halfjaar volgend op een bijzonder laag niveau eind 2004. De betaalde belastingen waren Eur 0,2 miljard hoger, inclusief betaalde belasting over desinvesteringswinsten.

De nettokasstroom uit investeringsactiviteiten was Eur 0,6 miljard hoger, vooral door acquisities en des-investeringen en het netto-effect van investeringen met een looptijd van meer dan drie maanden. De nettokas-stroom gebruikt voor financieringsactiviteiten steeg met Eur 0,2 miljard door betaling van een hoger dividend.

BALANS
Goodwill en immateriële vaste activa zijn sinds 1 januari met Eur 0,9 miljard gestegen. Wisselkoersschommelingen zorgden voor een stijging van Eur 1,4 miljard, deels teniet-gedaan door de afboeking op Slim∙Fast en desinveste-ringen van in totaal Eur 0,5 miljard. Voorraden en handels-vorderingen waren Eur 1,8 miljard hoger, mede door wisselkoersschommelingen en seizoenseffecten.

Activa en passiva aangehouden voor verkoop zijn inclusief de activa en passiva van ons bedrijf in luxe parfums dat in juli 2005 is verkocht.

De nettoschuld aan het eind van het kwartaal was Eur 11,5 miljard, een stijging van Eur 0,3 miljard ten opzichte van het begin van het jaar. Een afname van Eur 1,4 miljard als gevolg van de conversie van de Eur 0,05 preferente aandelen werd grotendeels tenietgedaan door de nega-tieve effecten van wisselkoersschommelingen, voor-namelijk als gevolg van een sterkere US dollar, en de inkoop van eigen aandelen.

Sinds 1 januari 2005 is het eigen vermogen met Eur 2,1 miljard toegenomen. De nettowinst droeg hieraan Eur 1,7 miljard bij en Eur 0,5 miljard was het gevolg van wisselkoersverschillen. Voor de conversie van de Eur 0,05 preferente aandelen zijn ingekochte eigen aandelen gebruikt. Dit zorgde voor zowel een daling van de leningen van Eur 1,4 miljard als een stijging van het eigen vermogen met hetzelfde bedrag. De daaropvolgende inkoop van eigen aandelen en het dividend over 2004 zorgden voor een daling van het eigen vermogen van respectievelijk Eur 0,3 miljard en Eur 1,2 miljard.
Bron : Unilever