Euronext Amsterdam N.V. (“Euronext”) heeft de Adviescommissie Fondsenreglement (“Commissie”) bij brief van 24 augustus 2005 verzocht te adviseren over mogelijke overtredingen van het toenmalige artikel 28h Fondsenreglement in de periode voorafgaand aan de publicatie van een persbericht op 9 januari 2004 door de uitgevende instelling N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij (thans opgevolgd door haar rechtsopvolgster onder algemene titel: Shell Petroleum NV), hierna te noemen “Koninklijke Olie”.
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
Koninklijke Olie heeft zich op het “ne bis in idem” beginsel beroepen in verband met (onder meer) een “Final Notice” die de Financial Services Authority (“FSA”) in het Verenigd Koninkrijk op 24 augustus 2004 heeft uitgevaardigd. Daarnaast heeft Koninklijke Olie om aanhouding van de behandeling van het adviesverzoek verzocht op de voet van artikel 10 lid 2 Reglement Adviescommissie Fondsenreglement.

De Commissie heeft dit verweer resp. verzoek tot aanhouding van de behandeling van het adviesverzoek op 14 februari 2006 mondeling behandeld. Op 7 maart 2006 heeft de Commissie Euronext van haar (hieronder weergegeven) besluit in kennis gesteld.

Naar het voorlopig oordeel van de Commissie kan het door Koninklijke Olie gedane beroep op het “ne bis in idem”-beginsel geen doel treffen.

Euronext ontleende in de hier relevante periode haar bevoegdheden tot het onderzoeken van (ernstige) overtredingen van de noteringsvoorschriften, en het treffen van maatregelen teneinde herhaling of voortduren van zulke overtredingen tegen te gaan, aan de met haar gesloten noteringsovereenkomsten. Er is geen rechtsbeginsel, wettelijke of verdragsbepaling aan te wijzen waaruit in algemene zin voortvloeit dat deze aan privaatrechtelijke rechtsverhoudingen ontleende bevoegdheden verloren gaan zodra een buitenlandse toezichthouder ter zake van dezelfde feiten sancties toepast.

Ten aanzien van het door Koninklijke Olie gedane aanhoudingsverzoek overweegt de Commissie als volgt.

Koninklijke Olie heeft aannemelijk gemaakt dat zij inmiddels in een gerechtelijke procedure is betrokken, waarbij in Nederland gevestigde eisers Koninklijke Olie ten overstaan van een buitenlandse rechter aansprakelijk stellen voor feiten die minstens gedeeltelijk samenvallen met de feiten die Euronext thans aan het oordeel van de Commissie onderwerpt. De Commissie neemt van Koninklijke Olie aan dat er een gerede mogelijkheid is dat in dit geschil met partijen die zich (ook) tot de Nederlandse rechter kunnen of zullen wenden aan de bevindingen van deze Commissie betekenis zal worden toegedicht die geen rechtvaardiging vindt in de aard van de procedure ten overstaan van deze Commissie.

Het belang van Koninklijke Olie bij het vermijden van dit verschijnsel moet thans zwaarder wegen dan het belang van Euronext bij een voortvarende behandeling van de adviesaanvraag. Aanhouding van de (verdere) behandeling van het onderhavige verzoek om advies is derhalve geboden en naar het inzicht van de Commissie in overeenstemming met de strekking van art. 10, tweede lid, Reglement Adviescommissie Fondsenreglement. Overigens heeft Euronext zich op dit punt aan het oordeel van de Commissie gerefereerd.

De behandeling van het onderhavige verzoek om advies wordt derhalve aangehouden voor onbepaalde tijd.

Het moment zal komen waarop de reden voor deze aanhouding is weggevallen. Dan rijst de vraag welk vervolg aan de onderhavige, aangehouden adviesaanvraag gegeven moet worden.

Bij het beantwoorden daarvan zal in ieder geval aandacht geschonken moeten worden aan drie bijzondere omstandigheden. Ten eerste zal met het verstrijken van de tijd steeds minder gewicht toekomen aan de verantwoordelijkheid die Euronext tot 1 oktober 2005 heeft gedragen voor - kort gezegd - een adequaat informeren van beleggers, met inbegrip van het interpreteren van de voorschriften die in de voorbije periode dit belang van een transparante markt moesten beschermen. Ten tweede bestaat Koninklijke Olie sinds enige tijd niet langer als vennootschap met een notering aan de door Euronext gehouden beurs. Ten derde zal (tenminste enig) belang toegekend moeten worden aan de door de FSA toegepaste maatregel, te weten de Settlement Agreement en de Final Notice. Die brengt immers mee dat Koninklijke Olie, als onderdeel van het toenmalige concernverband, reeds werd geconfronteerd met consequenties van het feitencomplex dat de Commissie nu niet nader onderzoekt. Bovendien zal er niet aan voorbijgegaan kunnen worden dat de FSA heeft vastgesteld dat bedoeld concern adequate maatregelen heeft getroffen om herhaling van de door de FSA geconstateerde overtredingen te voorkomen.

Deze bijzondere omstandigheden, tezamen genomen, rechtvaardigen naar het inzicht van de Commissie dat Euronext reeds thans nagaat of zij voldoende belang behoudt bij handhaving van het onderhavige verzoek om advies, nu dit adviesverzoek in het licht van het voorgaande pas op een (veel) later moment door de Commissie behandeld zal (kunnen) worden.

BESLUIT DIRECTIE EURONEXT
De directie van Euronext heeft geconstateerd dat de adviesprocedure voor onbepaalde tijd is aangehouden. Tevens heeft de directie, gebaseerd op de overwegingen van de Commissie vastgesteld dat Euronext, gezien de door de Commissie genoemde omstandigheden, onvoldoende belang behoudt bij het verder doorzetten van de procedure.

Het besluit van de Adviescommissie Fondsenreglement is op 13 april 2006 nabeurs gepubliceerd op de website van Euronext (www.euronext.com ): (Euronext.com > Voor onze Klanten > Beursreglementen > Cash > Non harmonised > Euronext Amsterdam Adviescommissie Fondsenreglement)
Bron : Euronext Amsterdam