Dat zegt Reinier Grimbergen, director Science to Innovate van DSM. Hij neemt deel aan de paneldiscussie tijdens het congres Biobased Industry 2016, met als thema ‘uitdagingen van de biobased industrie’, omdat hij het belangrijk vindt dat kennis over de biobased industrie breder bekend wordt, zowel bij het publiek als bij politici en beleidsmakers.

Volgens Grimbergen leert de circulaire economie ons dat we zuinig moeten omgaan met grondstoffen. Daarvoor is een goed ontwikkelde biobased industrie noodzakelijk. ‘Bioraffinage helpt ons om maximale waarde uit de grondstoffen te halen, dus covaluatie van alle stromen, zoals we dat ook kennen uit de olieraffinaderij.’ Daar ligt volgens de Reinier Grimbergen een aanknopingspunt met sprekers die tijdens het congres aanwezig zijn: vertegenwoordigers van bedrijven als Abengoa en Cargill.

Schaalgrootte
Ondanks dat er in Nederland veel kennis, ervaring en kunde aanwezig zijn op het gebied van intensieve agrarische productie en bioraffinage, blijft het bereiken van voldoende schaalgrootte een probleem. ‘Dat is een uitdaging voor Nederland en eigenlijk voor heel Europa.’ Grimbergen verwijst in dit verband naar de joint venture van DSM en het Amerikaanse Poet. In 2014 opende deze een grote fabriek in Iowa, voor de winning van bio-ethanol uit afvalstromen van de maïsproductie. ‘Alleen in de VS waren de infrastructuur en de supply chain er om dat soort technologie überhaupt haalbaar te maken.’

Dat is geen reden om in Nederland de handdoek in de ring te gooien. ‘Het betekent dat we de economische groei moeten ontkoppelen van de groei van grondstoffenproductie. Traditioneel waren ze altijd aan elkaar gekoppeld. Nu hebben wij een start gemaakt met de ontwikkeling van tweede generatie biotechnologie, die ons helpt om alles uit de beschikbare grondstof te halen, zowel voor de voeding voor mens en dier als voor materialen en energie.’

Samenwerking
Geen bedrijf kan het in deze industrie in opkomst echter alleen af, daarvoor zijn de uitdagingen te groot. ‘We moeten dus met elkaar een inspanning blijven verrichten, elkaar op de hoogte houden over ontwikkelingen, beperkingen en kansen om samen te werken. Dat netwerkaspect kan niet genoeg worden onderschat. De tijd is rijp voor biobased, zeker na de klimaatconferentie in Parijs. We moeten die gelegenheid aangrijpen om helder te maken welke kansen hier liggen als we deze industrie met elkaar verder ontwikkelen. Want één ding is zeker: de circulaire economie komt er, met of zonder ons.’

zie ook
http://www.managementproducties.com/events/biobased-industry/home/